Het zullen zware tijden zijn geweest voor kleine Henkie op de kostschool bij de paters Karmelieten. Onderwezen en geïndoctrineerd worden door zo'n rooms-katholieke bedelorde, die de collectieve armoede belijdt. Voor hun onderhoud zijn ze afhankelijk van hun eigen arbeid en van aalmoezen. Henkie heeft het goed in zijn niet te slimme brein opgenomen. Armoede is een groot goed, en de rest van zijn leven zou hij z'n best doen om zoveel mogelijk mensen daarbij te helpen.
Na het met moeite behalen van zijn havo-diploma aan het Twents Carmel College was zijn leer grens wel bereikt en restte hem niet anders dan te gaan werken. Studeren lag voor Henkie niet in het verschiet. De jongeling wilde toch zijn overtuiging tot armoede uitdragen en zoals wel vaker voorkomt bij gebrek aan intellect besloot hij politicus te worden.
De eerste stap was een baantje bij de overheid bemachtigen en door een controleurs opleiding aan het Opleidingscentrum Belastingdienst te Utrecht te volgen Hoe trots was de overtuigde Karmeliet toen hij als rechercheur bij de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst kon beginnen met het terugdringen van rijkdom. De volgende stap was natuurlijk het lid worden van een politieke partij, en onderaan de ladder begon hij als VVD'er in gemeenteraad van de Gelderse gemeente Borculo. De carrière ging gestaag van wethouder tot lid van de Provinciale Staten van Gelderland, lid van de Tweede Kamer en uiteindelijk minister in het Kabinet-Balkenende I. Balkenende 1,2,3, het maakte voor Henkie geen verschil, zijn plaatsje als minister werd een vaste waarde in het wispelturige Haagse schouwspel.
Henkie en zijn kornuiten van de VVD waren redelijk succesvol in het "Karmeliseren" van de massa, en zijn persoonlijke ambitie tot het verspreiden van collectieve armoede leek te slagen. Het succes kon natuurlijk niet eeuwig duren, gedegradeerd tot Kamerlid probeerde hij nog wel voorzitter van de tweede kamer te worden, maar zelfs zijn collega politici vonden dat een stapje te moeilijk voor hem. Henkie's nieuwe passie werd asielbeleid en integratie. Oog in oog met armoedzaaiers, wat een genot. Henkie schreef voor zijn partij de dubbelzinnige Nota Islam, waarin de angst voor geluidsoverlast van moskeeën toch wel zijn grootste angst bleek te zijn.
Nee, zijn angst, of liever fobie, voor de donkere medemens en in het bijzonder rond gevormde gezagsdragende, uitgesproken vrouwen kon hij niet overwinnen tijdens zijn opdracht om de transformatie van Bonaire, Saba en Sint Eustatius tot bijzondere gemeenten te begeleiden. Hij moest erop toezien dat dit op een goede manier en op tijd werd gerealiseerd, met behoud van de traditie die Nederland heeft in de koloniën. Henkie Karmeliet had een moeilijk jaar. Hoezeer hij ook probeerde om zijn angst voor elk individu met een andere huidskleur of culturele afkomst te genezen door naar de Kralendijk te verhuizen, het wilde niet lukken. Bij de onderhandelingen over de nieuwe staatkundige verhoudingen voor Nederland en de Antillen ging nu en dan een vloek of verwensing over tafel,en had Henkie moeite als vertegenwoordiger van de oud-kolonisator en slavendrijvers om met de Caribische dames om te gaan. De totaal veertien (oud-)bestuurders uit alle delen van het Koninkrijk die samen de club van Sterke vrouwen vormden namen Henkie onderhanden. Snel keerde de boze Henkie, die nu aan de lijve had ondervonden hoe het is om lid te zijn van een minderheid, terug als minister, en wel van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de plek om zijn kruistocht naar armoede verspreiding vorm te geven.
Na de kabinetsformatie van het tweede kabinet-Rutte, die Henkie samen met Woutertje Papadag had voorgesteld, werd hij minister van Economische Zaken. Naast zijn "Karmelitische" drijfveer tot het financieel verarmen van de massa, heeft hij zijn werkgebied uitgebreid tot hun huizen en leefomgeving. Hij weigert de Groninger aardschokken serieus te nemen en de correspondentie over het schaliegas rapport vrij te geven. Henkie heeft lak aan de Wet Openbaarheid Bestuur. Hij schrijft rapporten naar zijn eigen inzichten, liegt, bedriegt, alles wat niet in zijn straatje past doet hij af als "niet ter zake". Niets aan de hand, volgens Henkie, die het is gewend om met een staalhard gezicht te ontkennen, dat hem door een pater met een Karmelitische kerfstok tussen zijn billen als jongeling is bijgebracht. Henkie ontkent dat hij iets onder de pet houdt. "Het is volstrekt uitgesloten dat ik probeer onderzoeken naar mijn hand te zetten", maar... "Het is altijd zo dat een opdrachtgever nog opmerkingen kan maken". Waarmee hij dus zegt dat feiten die hem niet uitkomen ter discussie staan en uit het rapport moeten. Dat het oorspronkelijke rapport zelf een veel negatiever beeld geeft dan de samenvatting van Henkie Karmeliet is geen reden om groen licht te geven voor proefboringen naar schaliegas.
Nee, Henkie verschuilt zich achter structuurvisies en zelfgemaakte samenvattingen, gelijk hij als klein wit mannetje zichzelf verschuilde achter een grote stapel dossiers voor passievolle, breedheupige Antiliaanse mama's. Henkie wacht zogenaamd een structuurvisie af, waarin wordt bepaald wat de meest geschikte locatie zou zijn voor proefboringen. Hij zegt het niet, maar een plaats zoeken om in de grond te peuren voordat het besluit is genomen of er uberhaubt schaliegas gewonnen gaat worden, geeft aan dat Henkie zijn besluit al heeft genomen. Zo staat in dat rapport dat maatregelen om een ongecontroleerde gas ontsnapping te voorkomen kunnen falen, maar de samenvatting staat dat er geen risico is op deze zogenoemde blow-out. Henkie is niet dom alleen een beetje ondemocratisch. Hij weet ook wel dat de rest van de wereld weet wat de gevolgen van schaliegaswinning zijn. Hij beweert gewoon dat Nederlands schaliegas op een heel nieuwe, aparte manier kan worden geëxploiteerd, waarbij al die feiten die men heeft verzameld in het buitenland, niet voor Nederland gelden. Dat Nederland ontzettend dicht bevolkt is en dat er hier geen afgelegen, onherbergzame streken bestaan en dat het gas hier nog veel dieper zit dan in bijvoorbeeld de VS, doet er niet toe. Misschien dat Henkie eens terug moet denken aan toen die Karmelitische kerfstok zich terug trok, en hoe die blow-out toen stonk, al riekte die niet naar schalie.
De eerste stap was een baantje bij de overheid bemachtigen en door een controleurs opleiding aan het Opleidingscentrum Belastingdienst te Utrecht te volgen Hoe trots was de overtuigde Karmeliet toen hij als rechercheur bij de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst kon beginnen met het terugdringen van rijkdom. De volgende stap was natuurlijk het lid worden van een politieke partij, en onderaan de ladder begon hij als VVD'er in gemeenteraad van de Gelderse gemeente Borculo. De carrière ging gestaag van wethouder tot lid van de Provinciale Staten van Gelderland, lid van de Tweede Kamer en uiteindelijk minister in het Kabinet-Balkenende I. Balkenende 1,2,3, het maakte voor Henkie geen verschil, zijn plaatsje als minister werd een vaste waarde in het wispelturige Haagse schouwspel.
Henkie en zijn kornuiten van de VVD waren redelijk succesvol in het "Karmeliseren" van de massa, en zijn persoonlijke ambitie tot het verspreiden van collectieve armoede leek te slagen. Het succes kon natuurlijk niet eeuwig duren, gedegradeerd tot Kamerlid probeerde hij nog wel voorzitter van de tweede kamer te worden, maar zelfs zijn collega politici vonden dat een stapje te moeilijk voor hem. Henkie's nieuwe passie werd asielbeleid en integratie. Oog in oog met armoedzaaiers, wat een genot. Henkie schreef voor zijn partij de dubbelzinnige Nota Islam, waarin de angst voor geluidsoverlast van moskeeën toch wel zijn grootste angst bleek te zijn.
Nee, zijn angst, of liever fobie, voor de donkere medemens en in het bijzonder rond gevormde gezagsdragende, uitgesproken vrouwen kon hij niet overwinnen tijdens zijn opdracht om de transformatie van Bonaire, Saba en Sint Eustatius tot bijzondere gemeenten te begeleiden. Hij moest erop toezien dat dit op een goede manier en op tijd werd gerealiseerd, met behoud van de traditie die Nederland heeft in de koloniën. Henkie Karmeliet had een moeilijk jaar. Hoezeer hij ook probeerde om zijn angst voor elk individu met een andere huidskleur of culturele afkomst te genezen door naar de Kralendijk te verhuizen, het wilde niet lukken. Bij de onderhandelingen over de nieuwe staatkundige verhoudingen voor Nederland en de Antillen ging nu en dan een vloek of verwensing over tafel,en had Henkie moeite als vertegenwoordiger van de oud-kolonisator en slavendrijvers om met de Caribische dames om te gaan. De totaal veertien (oud-)bestuurders uit alle delen van het Koninkrijk die samen de club van Sterke vrouwen vormden namen Henkie onderhanden. Snel keerde de boze Henkie, die nu aan de lijve had ondervonden hoe het is om lid te zijn van een minderheid, terug als minister, en wel van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de plek om zijn kruistocht naar armoede verspreiding vorm te geven.
Na de kabinetsformatie van het tweede kabinet-Rutte, die Henkie samen met Woutertje Papadag had voorgesteld, werd hij minister van Economische Zaken. Naast zijn "Karmelitische" drijfveer tot het financieel verarmen van de massa, heeft hij zijn werkgebied uitgebreid tot hun huizen en leefomgeving. Hij weigert de Groninger aardschokken serieus te nemen en de correspondentie over het schaliegas rapport vrij te geven. Henkie heeft lak aan de Wet Openbaarheid Bestuur. Hij schrijft rapporten naar zijn eigen inzichten, liegt, bedriegt, alles wat niet in zijn straatje past doet hij af als "niet ter zake". Niets aan de hand, volgens Henkie, die het is gewend om met een staalhard gezicht te ontkennen, dat hem door een pater met een Karmelitische kerfstok tussen zijn billen als jongeling is bijgebracht. Henkie ontkent dat hij iets onder de pet houdt. "Het is volstrekt uitgesloten dat ik probeer onderzoeken naar mijn hand te zetten", maar... "Het is altijd zo dat een opdrachtgever nog opmerkingen kan maken". Waarmee hij dus zegt dat feiten die hem niet uitkomen ter discussie staan en uit het rapport moeten. Dat het oorspronkelijke rapport zelf een veel negatiever beeld geeft dan de samenvatting van Henkie Karmeliet is geen reden om groen licht te geven voor proefboringen naar schaliegas.
Nee, Henkie verschuilt zich achter structuurvisies en zelfgemaakte samenvattingen, gelijk hij als klein wit mannetje zichzelf verschuilde achter een grote stapel dossiers voor passievolle, breedheupige Antiliaanse mama's. Henkie wacht zogenaamd een structuurvisie af, waarin wordt bepaald wat de meest geschikte locatie zou zijn voor proefboringen. Hij zegt het niet, maar een plaats zoeken om in de grond te peuren voordat het besluit is genomen of er uberhaubt schaliegas gewonnen gaat worden, geeft aan dat Henkie zijn besluit al heeft genomen. Zo staat in dat rapport dat maatregelen om een ongecontroleerde gas ontsnapping te voorkomen kunnen falen, maar de samenvatting staat dat er geen risico is op deze zogenoemde blow-out. Henkie is niet dom alleen een beetje ondemocratisch. Hij weet ook wel dat de rest van de wereld weet wat de gevolgen van schaliegaswinning zijn. Hij beweert gewoon dat Nederlands schaliegas op een heel nieuwe, aparte manier kan worden geëxploiteerd, waarbij al die feiten die men heeft verzameld in het buitenland, niet voor Nederland gelden. Dat Nederland ontzettend dicht bevolkt is en dat er hier geen afgelegen, onherbergzame streken bestaan en dat het gas hier nog veel dieper zit dan in bijvoorbeeld de VS, doet er niet toe. Misschien dat Henkie eens terug moet denken aan toen die Karmelitische kerfstok zich terug trok, en hoe die blow-out toen stonk, al riekte die niet naar schalie.
Reacties
Een reactie posten