Het was een experiment. Een persoonlijke zoektocht naar antwoorden, naar bevestiging van veronderstelde zekerheden en ogenschijnlijke waarheden. Het zouden negentig stille dagen worden met slechts de onontkoombare dagelijkse beslommeringen en wekelijks repeterende rituelen, die het leven zelf nu eenmaal met zich meebrengen. De hittegolf die deze zomer al vroeg in alle hevigheid een verlammende uitwerking had op het dagelijks functioneren en dit jaar voor het eerst, in zowel temperaturen als in volharding, extreme records zou breken, maakte ieder excuus voor een persoonlijke, welbewust gekozen, reflecterende stilstand overbodig. Alle wereldse exponenten van communicatie, werden gedempt, of op z'n mist tot een minimum beperkt. Een huis, een tuin, een man en een vrouw met hun twee viervoeters. Geen wekelijke YouTube video over de avonturen in de werkplaats, geen Instagram bijdrages, geen uitgebreide meningen en reacties op sociale media berichten, geen overbodige verplaatsingen, maar slechts af en toe een foto van de honden op Facebook als verborgen teken van nog in leven zijn.
Tijdens de eerste 30 dagen werd de tijd verslagen met de jaarlijkse verslaggeving over de Tour de France – al 15 jaar een vaste traditie via de Tourgazet Plagiato - waarbij het TV kijken en vervolgens dagelijks een column schrijven een welkome bezigheid bleek te zijn. De extreme temperaturen billijkten ongegeneerd rond lopen in je blote kont en het ongestructureerd inlassen van slaappauzes. De broodnodige boodschappen werden gedaan na zonsondergang, een voordeel van de 24 uurs economie, die zich hier in de Alentejo ook heeft genesteld. De gesprekken onderling werden ook steeds korter, op een gegeven moment is alles wel gezegd als er geen nieuwe “input” van buitenaf komt. De uren, de dagen, de weken werden verorberd met veel “bench-watch” series, het af en toe oplossen van problemen die zich zelfs tijdens een periode van “niets doen” presenteren – zoals het repareren van een gebroken aandrijfas van de, voor ons nieuwe, voiture – en het aanschouwen van een in snel tempo radicaliserende wereld buiten de “vier muren” van onze cocon.
Hoe sociaal zijn we eigenlijk als individuen? Kunnen we zonder interactie met gelijkgestemden of anders denkenden? Wordt de drang naar persoonlijke ontmoetingen nu meer of minder na een tijdje van min of meer zelf gekozen afzondering? De belangrijkste vraag die na 90 dagen sluimert zonder dat je die echt beantwoord wilt hebben is, zouden we worden gemist? Is er ergens iemand die zich afvraagt waar we zijn of hoe het met ons gaat? Zijn gedane investeringen in vriendschappelijke relaties geen garantie voor de toekomst? We moeten allemaal roeien met de riemen die we hebben, maar hebben we dan geen keus in welke richting we roeien?
Nee, eenzaamheid heeft zich niet kunnen nestelen. De afgelopen periode waren er ook leuke en gekoesterde momenten waarbij er meer dan 2 personen aan de eettafel zaten. Het Nederlandse, niet vertaalbare zinnetje, “wat is het gezellig” kon meerdere malen worden uitgesproken, niet alleen buitenshuis, maar ook thuis. Dankbare momenten in gezelschap van een jongere generatie, waarmee we op de een af andere manier makkelijker contact maken dan met onze grijze leeftijdsgenoten. Welnu, dat mag allemaal wat verbitterd klinken, maar zo voelt het niet. De tijd gaat snel en misschien is dat wel de reden. Misschien zijn 90 dagen, de hittegolf en de “persoonlijke beslommeringen” gewoon te kort om conclusies te trekken. Iedereen heeft zo veel redenen, zoveel tegenslagen en successen te verwerken dat zelfs een paar woorden, in een privé berichtje of een kort telefoon gesprek, ergens in de wolk van gedachten blijft sluimeren.
De confronterende uitkomsten van het experiment zijn, dat we het initiatief toch weer bij ons zelf moeten leggen, zoals dat het afgelopen decennium altijd is geweest. We zijn best wel dankbaar dat we op zoveel plaatsen welkom zijn en misschien moeten we nog meer benadrukken dat het andersom ook zo is. De afstand van A naar B is tenslotte gelijk aan die van B naar A. Natuurlijk zijn er persoonlijke omstandigheden waardoor onmogelijkheden ontstaan, we weten er genoeg van en houden daar zeker rekening mee. De wereld is sowieso kleiner geworden, het “contacten arsenaal” wordt door onoverkoombare verschillen en gebrek aan empathie uitgedund – maar laat ik voor deze keer politiek en mensbeeld buiten beschouwing laten – alsmede het ons helaas leeftijd gerelateerd ontvallen van familie en vrienden. Zodra de weersomstandigheden en de portemonnee het toelaten moeten we maar weer eens “de hort op” en die vrolijke (gerimpelde) gezichten met enthousiasme tonen.
Reacties
Een reactie posten