“Vlees op de botten”, kent u die uitdrukking? Nee, daarmee wordt niet bedoeld dat wat zich onder de bloemetjes jurk van een volumineuze, Baudet adorerende, bijbel-belt plattelandsvrouw verbergt en ook niet dat nationalistisch blanke taaie randje rond de karbonade die uw bord met aardappelen en pronkers wellicht complimenteert. “Vlees op de botten” is de natuurlijke reserve massa die er voor zorgt dat als het een keer tegen zit er ingeteerd kan worden op de laag bescherming die zich in goede tijden heeft genesteld aan het anders zo fragiele karkas. U zegt, “ja ik ken die uitdrukking en ik zie heel veel vlees voorbij wandelen in het dagelijks leven”, niet realiserende dat in de huidige fastfood maatschappij die welvarend uitziende reserves helemaal geen vlees maar vet zijn. Het behoeft hopelijk geen verdere uitleg dat dit gezegde in spreekwoordelijke zin een eenvoudig diepere betekenis heeft, vegetariërs en veganisten hoeven dan ook niet direct met hennep geweven schoeisel te gaan gooie
Rendementen uit het verleden geven geen garanties voor de toekomst. Het is een waarschuwend zinnetje dat je vaak op “78 toeren” hoort aan het eind van een reclame boodschap voor een financieel “product”. Er zijn generaties voor wie je eerst het principe van een langspeelplaat, een single en de rotatiesnelheid op een platenspeler moet uitleggen voor dat ze zo’n uitdrukking begrijpen. Ik las een column van Jan Willem de Graaf, Lector Brain and Technology aan de Saxion Hogeschool, met als titel: “ Piketty en de Top 2000: hoe het verleden smakelijk eet! ” Zijn columns bevatten meestal een zinnige en tot nadenken aansporende analyse, alhoewel ik moet toegeven dat er ook onderwerpen de bühne passeren die mij, als lezer zonder universitaire achtergrond, in verwarring brengen. U zou de column kunnen lezen om mijn gedachtegang in deze te doorgronden, want zoals Jan Willem de Graaf beschrijft, geven bepaalde rendementen uit het verleden wel degelijk, op z’n minst, betere kansen voor de toekom