En dan wordt je wakker op 27 Januari.
De eerste dag als resultaat van de beslissing om de zon te zien en
het donker te ontlopen. Het enige dat ik vanmorgen moest doen om een
positieve bijdrage aan de dag te leveren was luisteren.
De nacht bleek donker. Gewend aan lantaarnpalen, witte strepen
en reflecterende paaltjes, reed ze vol vertrouwen weg in haar
rechts-gestuurde Mini. Voor het eerst alleen, eindelijk. Jenny had een leven voor zich, een
toekomst met zelf te maken keuzes. Bij aankomst op de eerste kruising koos
ze vol zelfvertrouwen om rechtsaf te slaan, richting het zuiden,
richting de vrijheid. Het straatje was smal en de boomkruinen die
hoog boven het wegdek een boog van bladeren vormden, hielden het
maanlicht tegen. Turend naar het summier, door de koplampen,
verlichte wegdek van kinderkopjes en flatsen asfalt, probeerde ze
haar besluit om te vertrekken te rechtvaardigen met het op een rijtje
zetten van alle frustraties die het gedwongen wonen in een vreemd
land met zich meebrachten.
Twee jaar nadat ze, tegen haar zin, met
haar ouders naar een klein dorpje in het rurale hart van Portugal was
geëmigreerd, was het moment gekomen om haar eigen zoektocht naar
geluk te beginnen. Het haar, sinds enige dagen toegekende, rijbewijs
en de, uit Liverpool mee verhuisde, oude Mini die ze al die tijd
liefkozend had gepoetst en onderhouden, waren haar strohalm. Nooit meer zou ze zich conformeren aan
andermans besluiten, ook niet aan die van haar ouders. Haar ouders hadden zich opgewerkt onder
industriële rook in een steeds verder verkrottende arbeiderswijk.
Voor hen was het de ultieme droom, wonen in een klein dorpje, weg van
alle ziekmakende omstandigheden en het onderbetaalde werk op een
slachthuis. Jenny ging naar school, Jenny had vriendinnen, Jenny
wilde mooie kleding, Jenny moest in het weekend plezier maken.
Het leven van haar ouders stond in het
teken van Jenny's geluk.
Achteraf werd haar wel duidelijk wat
haar ouders voor haar hadden gedaan en hoe hard ze hadden gewerkt om
hun dochters leven zo aangenaam mogelijk te maken. De ruzies over
school prestaties, de uitbranders, bij het thuiskomen uren na de
afgesproken tijd en de huilbuien van haar moeder als haar vader weer
dronken de wereld vervloekte, had ze als tiener schouderophalend
ondergaan.
Terwijl in de verte de lichten van een
tegenligger opdoemde, realiseerde Jenny zich dat haar ouders slechts
een keer een besluit hadden genomen voor zichzelf, emigreren naar een
ander land, een andere manier van leven. Nee, het was niet Jenny's
keuze. Geen vriendinnen, geen uitgaansleven en op school was het ook
geen succes geweest. De Portugese taal bleek een grote uitdaging en
het inleveren van vrije tijd, omdat ze af en toe een handje moest
meehelpen op het boerderijtje dat haar ouders hadden gekocht, had ze
als een straf ervaren. Steeds weer was ze de discussie aangegaan
waarom haar ouders dit leven, waarin ze nog harder moesten werken en
veel minder verdiende dan in het verleden, gelukkiger maakten.
Haar ouders hadden een keuze gemaakt op
het moment dat in hun levenswandel een zijweg aandiende, en gekozen
voor het onbekende pad. Jenny besloot wederom rechtsaf te slaan, niet
vanwege enige rationele reden, maar domweg omdat deze afslag haar op
een geasfalteerde weg bracht. Na een halfuur geconcentreerd turen
naar het wegdek doemden de eerste lantaarnpalen op in de verte. Ook
het uitzicht over de Zêzere rivier kwam haar bekent voor. Jenny
stopte op de hoge brug die de twee bergen met elkaar verbindt, en
waar in de diepte de rivier stroomt richting de Taag.
De tranen kwamen door de stramme wind
die in haar gezicht blies, overtuigde ze zichzelf. Weer achter het
stuur besloot Jenny wederom rechtsaf te slaan en de rivier te volgen.
Ze zou bewijzen dat ze voor zichzelf kon zorgen en in de Algarve een
baantje vinden in de horeca, sparen en, als ze genoeg had voor een
ticket, terug gaan naar Liverpool, terug naar haar vriendinnen en
haar achtergelaten leven.
Haar linker arm werd warm van de felle
zonnestralen die zich, bij het ochtendgloren, niet lieten weerhouden
om door te dringen in het kleine autootje. Bij iedere bocht naar
links reflecteerde het heldere licht op de liefdevol gepoetste
motorkap. De lage stand van de koperen ploert maakte de omlaag
geklapte zonnekleppen nutteloos. Wellicht was het de warmte,
misschien het verdwijnen van het donker of uiteindelijk toch haar
eigen, door de nachtelijke rit gesorteerde, afwegingen, die haar tot
rechtsaf slaan dwongen op een kruising in het pittoreske dorpje
Martinchel. Ze vond zichzelf terug op de stuwdam van Castelo do Bode,
nog geen tien minuten van Tomar, de stad waarin ze tot voor kort naar
school ging. Haar concentratie liet, na een nacht rijden in het
donker, te wensen over en Jenny besloot bij het zien van een, al
vroeg geopend, cafeetje te stoppen. Ze bestelde een galão en een
croissant en nam plaats aan een tafeltje met uitzicht op de immer
aanwezige TV in zo'n etablissement.
Het gesprek dat ze aanknoopte met een
wat oudere immigrant, die daar toevallig iedere doordeweekse morgen
z'n abatanado drinkt, liep uit op een monoloog vol reflectie. Ze vond
een luisterend oor bij een vreemdeling die zonder iets te zeggen haar
conclusies bevestigde. Opgezadeld met een soort van biechtgeheim gaf
hij zijn visitekaartje met de opmerking dat ze altijd mocht bellen of
langskomen als ze daar behoefte aan had.
Het zal zo tegen negenen geweest zijn
toen er een e-mailtje verscheen in het Gmail venster.
Jenny had de auto geparkeerd en de deur
met slechts een klik gesloten. Met wat verse eitjes, uit het
kippenhok waar ze toch langs liep richting de achterdeur, was ze
binnengekomen. Haar ouders zaten aan keukentafel en keken verbaasd.
Dat ze nog zou slapen, dachten ze. Nee, Jenny was al vroeg op, had de
kippen gevoerd en wilde haar ouders eigenlijk verrassen met verse
croissantjes voor het ontbijt. Het zal een zware dag worden voor haar
na zo'n nacht van nadenken, maar waarschijnlijk draagt die
merkwaardige zoektocht in het donker wel bij tot het vinden van haar
plekje onder de zon.
Reacties
Een reactie posten