Het is een panikerend schouwspel. Vanaf het balkon kijk ik naar de vlammen, die in de verte boven de bergtoppen een zwarte rook van verdriet de lucht in spuwen. Een klein stukje van de wereld staat in brand, aangestoken. Een onbegrijpelijke actie van een individu, die klaarblijkelijk geen moeite heeft met de consequenties van zijn daden. De helikopters vliegen over ons dorp, hun waterzakken gevuld in het stuwmeer, waarin op de bodem de overspoelde dorpjes nooit meer vlam zullen vatten. Het lawaai van de laag overvliegende Bombeiros piloten zorgt voor een onheilspellende sfeer, en zonder enig zicht verdwijnen ze in de wolken van zwarte as. Bosbrand, een wederkerend fenomeen in een gebied van droogte en vakantie vierende mensen. Hoe lekker smaakt het vlees van de barbecue, met als gevolg een verwoestte natuur en dakloze burgers. Het leerproces begint ieder jaar weer in de brugklas en honderden vuurhaarden staan aan het begin van een locale ramp. Voorzichtigheid en respect wijken tijdens de uitbundige uren van alcohol, overmoed en onverschilligheid.
Het vuur van de jeugdige revolutie brand volop, maar de hang naar een schonere wereld en een socialere verdeling wordt ruw geblust door de waterkanonnen van een conservatieve elite.
Hoe groot de inspanning ook, de generatiekloof lijkt onoverbrugbaar. Beleefdheid wordt geïnterpreteerd als belediging, de zoektocht naar een bewuster leven wordt als luiheid uitgelegd. Door gebrek aan kennis van de nieuwe communicatie middelen en het stuntelen met bits, pixels en giga-bytes wordt iedere benadering als een aanval ervaren door de digibeten aan de andere kant van digitale vallei. De bosbrandjes laaien herhaaldelijk op tijdens het over en weer versturen van misgeïnterpreteerde berichtjes bij het lezen vanaf een beeldscherm als een vluchtige aanschouwing van de eigen overtuiging. Gewoon informatie tot zich nemen, zoals die via de onzichtbare postbode wordt afgeleverd, blijkt een dilemma. De wereld wordt nog steeds beleefd zoals de wereld ooit was met een vooringenomenheid ten opzichte van nieuwe geluiden en indrukken.
Zolang er mensen zijn die niet weten hoe ze met vuur moeten omgaan zullen er bosbranden zijn. In de digitale wereld heeft een kleine vonk het zelfde effect. De ongecoördineerde omgang met bestanden, verkeerde instellingen en een ongeïnteresseerdheid om toegezonden berichten op waarde te schatten en louter als een boodschap zonder ruimte tussen de regels te aanvaarden, maken het communiceren tussen de generaties op z’n minst lastig. Stuurde men vroeger een brief met krullend schoonschrift, gestoken in een enveloppe met een Juliana postzegel op drie millimeter van de rechterbovenhoek, bezorgd door een in uniform gestoken postbesteller, typt men nu een e-mail en is de postzegel vervangen door de enterknop op het toetsenbord. De inhoud wordt daardoor niet minder noemenswaardig of persoonlijk, maar een groot deel van de ontvangers heeft slechts oog voor de vorm.
Ik ga natuurlijk geen kampvuur maken in een verdroogde wereld, het is mijn eigen habitat en die is heilig. Ik omarm de schoonheid en voel me gelukkig in een omgeving van historie, natuur en symbolen. Het delen van mijn tevredenheid en het communiceren met de andere kant van het digitale ravijn, laat ik sinds kort achterwege. Verzwegen oprechtheid en digitale stilte resulteert in een grotere afstandelijkheid, maar blijkt preferabel boven de niet begrepen en ongeaccepteerde goede bedoelingen. Eén vonkje tussen de digitale aaneenschakeling van eentjes en nulletjes kan een enorme bosbrand uitlokken bij een digibetische ontvanger. Het feit dat het blussen van bosbranden een enorme inspanning eist en gepaard gaat met risico’s op blijvende verwoesting en onherstelbare schade, maakt dat ik de, uit belangstelling en respect verstuurde, vonkjes voortaan achterwege laat, en me beperk tot brievenbusloze contacten met ontvangers die niet van ieder vuurtje een onbegrijpelijk rooksignaal maken.
Het vuur van de jeugdige revolutie brand volop, maar de hang naar een schonere wereld en een socialere verdeling wordt ruw geblust door de waterkanonnen van een conservatieve elite.
Hoe groot de inspanning ook, de generatiekloof lijkt onoverbrugbaar. Beleefdheid wordt geïnterpreteerd als belediging, de zoektocht naar een bewuster leven wordt als luiheid uitgelegd. Door gebrek aan kennis van de nieuwe communicatie middelen en het stuntelen met bits, pixels en giga-bytes wordt iedere benadering als een aanval ervaren door de digibeten aan de andere kant van digitale vallei. De bosbrandjes laaien herhaaldelijk op tijdens het over en weer versturen van misgeïnterpreteerde berichtjes bij het lezen vanaf een beeldscherm als een vluchtige aanschouwing van de eigen overtuiging. Gewoon informatie tot zich nemen, zoals die via de onzichtbare postbode wordt afgeleverd, blijkt een dilemma. De wereld wordt nog steeds beleefd zoals de wereld ooit was met een vooringenomenheid ten opzichte van nieuwe geluiden en indrukken.
Zolang er mensen zijn die niet weten hoe ze met vuur moeten omgaan zullen er bosbranden zijn. In de digitale wereld heeft een kleine vonk het zelfde effect. De ongecoördineerde omgang met bestanden, verkeerde instellingen en een ongeïnteresseerdheid om toegezonden berichten op waarde te schatten en louter als een boodschap zonder ruimte tussen de regels te aanvaarden, maken het communiceren tussen de generaties op z’n minst lastig. Stuurde men vroeger een brief met krullend schoonschrift, gestoken in een enveloppe met een Juliana postzegel op drie millimeter van de rechterbovenhoek, bezorgd door een in uniform gestoken postbesteller, typt men nu een e-mail en is de postzegel vervangen door de enterknop op het toetsenbord. De inhoud wordt daardoor niet minder noemenswaardig of persoonlijk, maar een groot deel van de ontvangers heeft slechts oog voor de vorm.
Ik ga natuurlijk geen kampvuur maken in een verdroogde wereld, het is mijn eigen habitat en die is heilig. Ik omarm de schoonheid en voel me gelukkig in een omgeving van historie, natuur en symbolen. Het delen van mijn tevredenheid en het communiceren met de andere kant van het digitale ravijn, laat ik sinds kort achterwege. Verzwegen oprechtheid en digitale stilte resulteert in een grotere afstandelijkheid, maar blijkt preferabel boven de niet begrepen en ongeaccepteerde goede bedoelingen. Eén vonkje tussen de digitale aaneenschakeling van eentjes en nulletjes kan een enorme bosbrand uitlokken bij een digibetische ontvanger. Het feit dat het blussen van bosbranden een enorme inspanning eist en gepaard gaat met risico’s op blijvende verwoesting en onherstelbare schade, maakt dat ik de, uit belangstelling en respect verstuurde, vonkjes voortaan achterwege laat, en me beperk tot brievenbusloze contacten met ontvangers die niet van ieder vuurtje een onbegrijpelijk rooksignaal maken.
Reacties
Een reactie posten