Doorgaan naar hoofdcontent

Vlees op de botten, kent u die uitdrukking?

“Vlees op de botten”, kent u die uitdrukking? Nee, daarmee wordt niet bedoeld dat wat zich onder de bloemetjes jurk van een volumineuze, Baudet adorerende, bijbel-belt plattelandsvrouw verbergt en ook niet dat nationalistisch blanke taaie randje rond de karbonade die uw bord met aardappelen en pronkers wellicht complimenteert. “Vlees op de botten” is de natuurlijke reserve massa die er voor zorgt dat als het een keer tegen zit er ingeteerd kan worden op de laag bescherming die zich in goede tijden heeft genesteld aan het anders zo fragiele karkas. U zegt, “ja ik ken die uitdrukking en ik zie heel veel vlees voorbij wandelen in het dagelijks leven”, niet realiserende dat in de huidige fastfood maatschappij die welvarend uitziende reserves helemaal geen vlees maar vet zijn. Het behoeft hopelijk geen verdere uitleg dat dit gezegde in spreekwoordelijke zin een eenvoudig diepere betekenis heeft, vegetariërs en veganisten hoeven dan ook niet direct met hennep geweven schoeisel te gaan gooien of hun ongenoegen over zoveel vleselijke beeldspraak te uiten.
“Vleesch op de botten hebben” is een oude uitdrukking, een economische aanduiding met betrekking tot het hebben van reserves. In de feudale samenlevingen van vervlogen tijden – alhoewel men zich moet afvragen of die in sommige landen wel zo vervlogen zijn – begreep de adel dondersgoed dat het “vlees op de botten” van de bevolking niet te dik moest zijn. Dat zou alleen maar het uithoudingsvermogen tijdens tegenstand ondersteunen en de afhankelijkheid van aalmoezen ondermijnen. In de laatste decennia zijn deze historische uitgangspunten omarmd door het zogenaamde rechts Neoliberale gedachtegoed, wat in feite niets anders is dan een ultieme exponent van feudaal conservatisme in de ware zin van de uitdrukking waarbij de adel is vervangen door CEO’s van multinationals en hun aandeelhouders.
U kent zeker en vast ook wel die schaapskleren uitdrukking: “participerende samenleving”, wat niets anders wil zeggen dan een volk wat zich de schompes werkt en alle overheidsverantwoordelijkheden op de schouders gebonden krijgt er voor moet zorgen dat de vertegenwoordigers van het “elite tegen gepeupel” gedachtegoed niet hoeven te ontwaken uit de dagdromen die ze tot realiteit hebben weten te maken. De oplossing om hun dromen te verwezenlijken, waarin ze al een orgasme krijgen bij het vaag verschijnen van een ziekenhuis-noodopname ingang, gebarricadeerd met de kettingen van marktwerking, bleek eenvoudig; reduceer zoveel mogelijk het vlees op de botten van de bevolking en bind de elite kat op, het door de hete adem van schuldeisers, verdampende spek. Het in stand houden van de visuele cirkel waarin na iedere crisis weer een andere crisis wordt aangewakkerd om de “economische vooruitgang” te stimuleren en waarbij het bottenvlees steeds verder afzakt naar buikvet, blijkt een goed doordacht systeem. Het resultaat voor de gemiddelde burger is nog vlees nog vis waarbij de elite zich als spekkoper verheft boven de steeds mager wordende bevolking. Door deze Corona crisis worden de botten zichtbaar. Na 3 kabinetten Rutte blijkt de economie uitgehold te zijn. (en dat geldt voor veel “westerse” landen) “Onze economie staat er goed voor, beter dan veel omringende landen”, horen we hem zeggen. Hij spreekt echter niet over de Nederlandse economie, maar de economie van het, via Nederland belasting ontduikende internationale bedrijfsleven, een paar grote nationale reuzen en door de burgers telkens weer opgekalefaterde banken. De “huis-tuin en keuken” economie in Nederland is zo leeg als Rutte’s liefdesleven, waarbij je natuurlijk alleen maar kunt gissen naar de marktwerking principes die zich in de slaapkamer afspelen. Soms zijn komkommers goedkoper dan pruimen, vroeger hing dat van het seizoen af, nu van subsidie en geheime afspraken met de belastingdienst. Dat laatste restje buik vet is nogal gevoelig voor manipulatieve hoop, populistische praatjes en lege beloftes, alsof de vleespotten van Egypte verborgen worden door hun evenbeelden met alleen een andere afkomst, religie of huidskleur. Wereldwijd exploderen die onderbuikgevoelens met als gevolg dat de vlammen van brandstapels vol racisme en nationalisme steeds dichter bij de hemel geraken, aangestoken door narcistische populisten en dankbaar omarmd door een elite die zich het patent op poederblussers heeft toegeëigend. Onverwachte omstandigheden en de daaropvolgende schrik reacties onthullen iets van de verborgen gebreken, iets van de opzettelijk verzwegen constructie fouten in de fundering van het globale bouwwerk en vooral de leegte van het zogenaamde economisch herstel waarbij vooral Rutte’s borstklopperij als een ultieme leugen bestempeld dient te worden. De waarheid is dat - met in het kielzog vele andere “westerse” democratische landen - de Nederlandse “huis, tuin en keuken” economie er nog nooit zo slecht voor stond. Er is maar een klein percentage dat zich een paar maanden “even niets doen” kan veroorloven, de reserves reiken niet eens voor een twee weken. De fastfood, last minute, maatschappij veroorloofd geen tijdelijke stilstand of rustpauze, domweg om dat alles is ingericht op het randje van de ondergang. Het is voor de meeste een kwestie van het gat dichten voor dat het gaat regenen en voor vele zelfs een automatisme geworden om het ene gat met het andere vullen, vele lopen op hun tandvlees. Het is een zwaar bevochten vrijheid om, als krediet en hypotheek afbetalende consumerende slaaf, te mogen protesteren tegen een verplichte rustpauze, tijdens die zo belangrijke opgave om een dienende rol als participerende burger te mogen vervullen. Ik leef in een wereld waar de mensen om mij heen niet begrijpen waar al die “heisa” over gaat. “We mogen de gemeente een tijdje niet uit”, leg ik uit aan mijn 73 jarige buurman. “Oh, en wat zou dat”, vraagt hij me, terwijl hij een kistje winterwortelen overhevelt in mijn emmer. “Ik heb geen tijd om de gemeente uit te gaan, waarom zou ik?” Ik leg hem uit dat we toch op z’n minst eenmaal per week boodschappen moeten doen, gewoon om dat wij ook deel uitmaken van die “gaten dichten voor het regent” economie, en dat ik, omdat ik nu eenmaal iedere keer op tijd aan de finish van die deadline race moet komen, afhankelijk ben van klusjes die zich nu eenmaal wat verder van huis aanbieden. “Ach, maar een paar maanden is toch geen probleem?” grijnst hij. Het maakt duidelijk waar een economie mee valt en overeind blijft, reserve voor mindere tijden, opgebouwd in betere tijden. Niet voor overheden maar voor zij die de economie vormen, de burgers ongeacht of ze nu werknemer, werkgever, zelfstandige of gepensioneerde zijn. De verleidingen zijn groot, het consumeren van onnodige luxe wordt op allerlei wijze gestimuleerd en ondanks dat ik zelf dat mechanisme al op vroege leeftijd doorhad – eerst sparen dan kopen, eigen huis maar geen hypotheek, geen kredietkaart of bankkrediet enz. – ben ook ik in de valkuil van de onbetrouwbare overheid gelopen door te denken dat door een leven lang overheids- en pensioenpremies te betalen op enige zekerheid gerekend kon worden, alles bleek anders. Bevoorrecht door het niet hoeven vullen van gaten (met uitzondering van dat 4 jarige pensioen gat, dat op het moment van beslissen om te emigreren naar een eenzame heuvel in centraal Portugal nog niet ter sprake kwam), het geluk te hebben dat talent en opleiding gedeeltelijk toereikend zijn, delende buren met maanden voorraad aan de eerste behoeftes en de meeste gewassen al weer bijna klaar voor de oogst, beweeg ik me gelaten door deze tijd. Ja, ik ook heb wel hazenvlees gegeten, ik ben geen held, maar het vertrouwen hebben en niet opkomen tegen populistische nationalistische elite-leden, waarvan sommige ondanks deze virus crisis alsnog buitenlandse werknemers moeten invliegen om hun oogsten niet te zien verrotten op de velden, bereid zijn belasting ontduikende multinationals te helpen met staatssteun terwijl ze massaal hun personeel ontslaan en de bonussen verhogen voor hun directeuren of zelfs zo narcistisch zijn dat ze met hun schreeuwende onkunde tijdens een pandemie hun ware wannabee dictator inspiraties tentoonstellen is net zo logisch als vlees bewaren in een hondenkennel. En.. ik weet het, het vergde wat zitvlees om deze “column” uit te lezen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een kleurrijke veer in je reet steken

De derde dag alweer in 2017. Gisteren zou je nog kunnen beschouwen als een aarzelend koude start, maar vandaag is het weer gewoon “business as usual”.  Een groot gedeelte van alle geschenken en presentjes van de afgelopen periode liggen liefdeloos, en al weer vergeten, in een hoek, een ander gedeelte al kapot in de vuilnisemmer. Volgens de normen van een autohandelaar is de waarde van het nieuwe jaar al met tientallen procenten gedaald, nee, nieuw duurt slechts maar een dag. Terwijl steeds meer economen moeten bekennen dat een alternatief sociaal en financieel beleid, zoals dat in Portugal ten uitvoer wordt gebracht, helemaal geen verdoemenis tot gevolg heeft, alternatieve energie helemaal geen utopische optie blijkt maar een reële mogelijkheid en allerlei artsen en andere deskundigen tot de conclusie komen dat het verhogen van de pensioenleeftijd achteraf veel meer nadelen dan voordelen heeft, steken, bij gebrek aan applaus, rechtse politici zichzelf dan maar een kleurrijke veer in

Een keet vol losseflodders, een beurs vol verantwoordelijkheid

Vijftien is hij, Maurice. In de regen van een gure februari dag wacht hij ongeduldig in de auto op zijn vriend Barry. De verlaagde Opel Astra is weliswaar een oud karretje, maar de drieduizend euro dure radio-installatie zorgt voor een heerlijke dreun. De afkeurende blikken van de voorbijgangers, op het parkeerterrein van de plaatselijke supermarkt, laten hem koud. De gedachte aan slimme plan om zijn vriend een kratje bier te laten kopen maakt hem alleen maar stoerder. Het feit dat hij nu niet in de schoolbanken zit, maar op de bijrijderstoel van deze gave wagen, getuigt van een zelfverzekerde volwassenheid. Zestig is hij, Ahmed. Onder een parasol, geniet hij van het zeezicht in de heerlijke februari zon. De Bentley, waarmee hij van het vliegveld werd gehaald, staat keurig in de bewaakte parkeergarage. Met een glanzende grijns op zijn gezicht nipt hij van zijn thee, leest een krant en straalt een zelfverzekerdheid uit, waaraan de Nederlandse Maurice een voorbeeld zou kunnen nemen. Het

Dualisme in een dwangbuis

“In de tweede kamer gaat alles sneller”, zei ze met een lach. Nog maar net verkozen tot de beste Europarlementariër van 2010 en sinds de laatste verkiezingen plaatsnemend in de fractie van de VVD, komt het - klaarblijkelijk aangeboren - dualistische karakter haar in de weg te zitten. Als minister Bolleboos een contract tekent met de Amerikanen, moet ze helaas achteraf vragen stellen. Misschien gaat het in Den Haag allemaal te snel. “Ik ben er om de regering te controleren” twitterde ze als antwoord op een vraag daarover door ondergetekende. Haar ex-Europa collega Sophie stelde vast dat het toch echt een VVD minister is, die schijnbaar zonder overleg met zijn eigen partij, deze actie had ondernomen. Zal ze zich staande houden in de slangenkuil van het Haagse, dat vastbijtende, in Bodengraven opgegroeide sterke individuutje. In het Europese Parlement was ze een opvallende verschijning, samen met Sophie in ’t Veld vechtend voor onze privacy. Jammer voor D66 dat ze gekozen heeft voor de VV