Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Prullenbakteldag! En ja, dat is een woord.

Kent u die uitdrukking? Prullenbakteldag! Het samengestelde woord zal zeker de nieuwe versie van de Dikke Vandale behalen en op menig scrabble bord wat woordwaarde puntjes opleveren. De eerste Nationale Prullenbakteldag is een waarachtig evenement waarbij het Nederlandsche volk wordt opgeroepen om foto's te maken van prullenbakken en van de troep eromheen.  Dit ludieke onderzoek is een initiatief van de Plastic Avengers. Nee, geenszins een militante groepering, maar een clubje zwerfafvalrapers – nog een woord voor het scrabble bord – die onder leiding van de Zwerfinator en de Plastic Soup Surfer alle gemaakte foto's gaan analyseren om te bezien hoeveel zwerfafval de statiegeldjagers (en het wordt een trend, maar ook dat is weer een nieuw woord in het vocabulaire van politici en verontrustte handhavers) veroorzaken.  Terwijl de rest van Nederland, in navolging van de Pfandjägers in Duitsland, te maken heeft met statiegeldjagers die parkeerplaatsen afstruinen en afvalbakken plund
Recente posts

“Je suis Charlie, tenzij extreem rechts het onderwerp is.”

Het zal bij menigeen de nodige herinneringen oproepen, de slogan "Je Suis Charlie", die kort na de terroristische aanslag in 2015, op het kantoor van het satirische tijdschrift Charlie Hebdo in Parijs als steun betuiging verspreid werd op de sociale media. Twee gewapende mannen vielen het kantoor binnen en doodden twaalf mensen, waaronder redacteuren en cartoonisten. De aanslag werd gepleegd als vergelding voor de publicatie van spotprenten over de islam en de profeet Mohammed. De slogan benadrukte het recht van iedereen om zich zonder angst uit te drukken, zelfs als dat kwetsende inhoud omvat. Het werd al snel een wereldwijde leus, een krachtig statement tegen censuur en extremisme.  Geert Wilders heeft in het verleden regelmatig van die 'cartoonwedstrijden' georganiseerd, zogenaamd voor de vrijheid van meningsuiting, maar gezien zijn onuitputtelijke haat verspreidingen ten aanzien van “niet westerse allochtonen” blijkt het vooral bedoeld om reacties uit te lokken va

De toekomst, een vage blik....

De geschiedenis die momenteel wordt opgetekend en over 50 jaar waarschijnlijk als, het huidige in vergetelheid geraakte, “dit nooit meer” zal worden herdacht is vooralsnog ongewis. Misschien dat interactieve educatie methodes het gebruik van papier hebben verdrongen omdat de boekdrukkunst als medium tot een ongewenste aanslag op natuurlijke bronnen is verklaard. Het is zeer wel mogelijk dat scholieren door een vorm van alternatieve inteligentie wordt onderwezen dat er in de jaren '20 een nagenoeg exacte herhaling van indoctrinatie en populisme opdoemde dan een eeuw daarvoor. De toekomst is zo vaag als een interview met Inez Weski, de besluitenloze Christelijke moraal van Omtzigt en zo onzeker als de stroomvoorziening van Wilders' ijskast. Alle factoren, gefabriceerde daderprofielen en populistische individuen liggen als Ravenburger puzzelstukjes in een commercieel zo aantrekkelijk vormgegeven doos, met op de voorkant een afbeelding die de hemel op aarde moet weergeven. Afgeprij

Vlees op de botten, kent u die uitdrukking?

“Vlees op de botten”, kent u die uitdrukking? Nee, daarmee wordt niet bedoeld dat wat zich onder de bloemetjes jurk van een volumineuze, Baudet adorerende, bijbel-belt plattelandsvrouw verbergt en ook niet dat nationalistisch blanke taaie randje rond de karbonade die uw bord met aardappelen en pronkers wellicht complimenteert. “Vlees op de botten” is de natuurlijke reserve massa die er voor zorgt dat als het een keer tegen zit er ingeteerd kan worden op de laag bescherming die zich in goede tijden heeft genesteld aan het anders zo fragiele karkas. U zegt, “ja ik ken die uitdrukking en ik zie heel veel vlees voorbij wandelen in het dagelijks leven”, niet realiserende dat in de huidige fastfood maatschappij die welvarend uitziende reserves helemaal geen vlees maar vet zijn. Het behoeft hopelijk geen verdere uitleg dat dit gezegde in spreekwoordelijke zin een eenvoudig diepere betekenis heeft, vegetariërs en veganisten hoeven dan ook niet direct met hennep geweven schoeisel te gaan gooie

Rendementen uit het verleden geven geen garanties voor de toekomst.

Rendementen uit het verleden geven geen garanties voor de toekomst. Het is een waarschuwend zinnetje dat je vaak op “78 toeren” hoort aan het eind van een reclame boodschap voor een financieel “product”. Er zijn generaties voor wie je eerst het principe van een langspeelplaat, een single en de rotatiesnelheid op een platenspeler moet uitleggen voor dat ze zo’n uitdrukking begrijpen. Ik las een column van Jan Willem de Graaf, Lector Brain and Technology aan de Saxion Hogeschool, met als titel: “ Piketty en de Top 2000: hoe het verleden smakelijk eet! ” Zijn columns bevatten meestal een zinnige en tot nadenken aansporende analyse, alhoewel ik moet toegeven dat er ook onderwerpen de bühne passeren die mij, als lezer zonder universitaire achtergrond, in verwarring brengen. U zou de column kunnen lezen om mijn gedachtegang in deze te doorgronden, want zoals Jan Willem de Graaf beschrijft, geven bepaalde rendementen uit het verleden wel degelijk, op z’n minst, betere kansen voor de toekom

Draadjesvlees!

Ach, de ouders van Bert-Jan – of Bertje, zoals zijn grootouders hem steevast blijven noemen – waren teneinde raad. Ze maakten zich zorgen over hun zevenjarig jochie dat af en toe nog in bed plaste, geen zin had om op zaterdagmorgen naar het hockeyveld te gaan en zijn viool moedwillig achter zijn slaapkamer deur had gelegd zodat de schoonmaakster de schuld van de vernieling op zich moest nemen. Hij weigerde zijn ouders te geloven, toen ze hem vertelde dat Sinterklaas niet bestond en tegelijkertijd ook maar de moeilijk liggende implicaties van het culturele feest uit de doeken deden. Op school ging het ook al niet denderend. Terwijl de meeste leeftijdsgenootjes geen moeite hadden met de tafels van 1 tot 12, barstte Bert-Jan in woede uit wanneer hij weer eens aan de beurt was om een rijtje nummers op te dreunen. Volgens de buitenschoolse hulpverleners was er echt iets mis met het kind dat op onverwachte momenten huilbuien had, zich niet leek te kunnen concentreren tijdens de lessen en ove

Wanneer gaan jouw Polen naar huis?

Het is halverwege zo’n typisch televisie programma, waarin leedvermaak en onverwacht succes de hoogtepunten van het concept zijn, als de presentator de volgende vraag stelt; “Wanneer gaan jouw Polen weer naar huis?” Het antwoord moet komen van een jonge dame, eind twintig en een typisch voorbeeld van haar generatie. “Als ze klaar zijn”, probeert ze stoer te antwoorden, terwijl haar vriend op de achtergrond wat om zich heen staat te kijken. Ze hebben een huis gekocht. Nou ja, een bouwval. Zo’n project woning waarvoor ze, op basis van twee flex-inkomens, ternauwernood een hypotheek konden krijgen van de bank die met ze mee denkt. De vage omschrijving van haar functie in de wereld van “marketing strategie” en de achterblijvende overtuiging bij het vermelden van haar partners bijdrage als “software analist”, maakt pijnlijk duidelijk hoever ze afstaan van vaardigheden als het vasthouden van een hamer of verfkwast, laat staan het aflezen van een waterpas. De Poolse vakmensen die, vrolijk l