Verwaaide afdrukken, reflecties in zand. Te voet in de woestijn, duin na duin, duin, duin. Kofferwieltjes spoor, haastig getrokken streep. Verlaten thuis, verlaten stad, verlaten land. Herinneringen aan verwoesting, puin, puin, puin. Gestorven storm, neergestreken zeil. Verloren overboord, nog zo klein, klein, klein. Bezworen golven, parasol, all-in resort. Uniformen, zwarte laarzen, gevonden heil. Uitgemergeld overleven, pijn, pijn, pijn. Zwart asfalt, ononderbroken witte lijn. Ritmisch knipperend stoplicht, rood, rood, rood. Geweven staal, gewikkeld prikkeldraad. Bevroren compassie, meedogenloos zijn. Ogen zonder emotie, dood, dood, dood. Beklommen muur, verslagen slagboom. Brandende vrijheid, aanslag vuur, vuur, vuur. Blind kabaal, verborgen kwaad. Agressie en afwijzing zonder schroom. Katoenen koude, guur, guur, guur. Vanzelfsprekende, edoch ongedeelde vrijheid. De vader van gedachten, bedorven, bedorven, bedorven. getatoeƫe...